Hoezo, het begint bij jezelf? Vaak heb je namelijk het gevoel dat je zelf reuze tolerant bent. Terwijl dat helemaal niet zo hoeft te zijn. Laten we eerlijk zijn. Vaak heb je gewoon ergens al een mening over. Dat is de aard van het beestje, toch? Om het persoonlijk te maken. Geef ik je een voorbeeld van vorige week. Een ontmoeting in de trein. Over intolerantie gesproken.
Van smartphone-obsessie tot Bambi-blik
Nou ja, ontmoeting? Op een drukke vrijdagmiddag wist ik mij in de trein te persen en was er zowaar nog een vierpersoons plek vrij. De plek aan het raam is voor mij favoriet. Ik heb geen zin (en geen batterijgeheugen) om mij de hele reis in mijn telefoon te begraven. Intolerantie? Nou nee. Zo nu en dan geniet ikย oprecht van het uitzicht. Of gewoon van het een beetje voor mij uit staren. Op een vierpersoons plek is dat wat lastig (want je wilt niet de persoon tegenover je met een zogenaamde ‘Bambi-blik‘ aanstaren). Dus ‘windowseat‘ it is.
Vrije plekjes zijn van iedereen
Al vrij snel kwam er iemand op het bankje tegenover mij zitten. Niets aan de hand. Man met lange benen. Hij was zo aardig om niet direct tegenover mij te gaan zitten. Of het was eigenbelang, zodat hij zijn benen kwijt kon. Maar daarna. Kwam er een behoorlijk corpulente jongen / man pontificaal naast mij zitten. Beter gezegd: nog net niet op mij. En dat vond ik behoorlijk vervelend. Intolerantie van mijn kant? Best wel.
Intolerantie ten top…van mijzelf dus
Want zo tolerant als ik mij altijd voel. Meen te zijn. Zo behoorlijk intolerant waren mijn gedachten. (“Potver, waarom gaat hij nou net naast mij zitten? Zeker omdat ik zo klein/slank/vul-maar-in ben? Kan hij zijn armen niet op zijn schoot doen?“). Want ook deze man ging pontificaal zijn smartphone induiken. Met een stylus pen van alles en nog wat doen (nog een intolerante gedachte kwam naar boven: “Zeker te dikke vingers“), zodat zijn elleboog ter hoogte van mijn borst kwam. Waarbij ik een behoorlijk open wond zag (de man had alleen een poloshirt aan), waarmee hij tegen mijn (witte) jas en haar aanschuurde.
Waarom piekeren je nergens brengt. En je soms gewoon moet doen
Je hoort het al. Intolerantie. Ik ben zeker een half uur bezig geweest mijn gedachten er te laten zijn. Het te accepteren. Na te denken of dit nu echt het ergste was. En uiteindelijk. Toen de andere reiziger tegenover mij uitstapte halverwege de treinreis. Gewoon supersnel te switchen en op het vrijgekomen plekje te gaan zitten. Waar ik eerst nog gedachtes had als: “Zal hij nu denken dat ik expres een andere plek zoek“. Dacht ik direct. “Ja, en wat dan nog?“. Per slot van rekening houdt hij – bewust of onbewust – ook geen rekening met mij. Maar was dat ook zo? Of maak ik dat er zelf van?
Concluderend…
Waar uiteindelijk mijn gedachten op uitkwamen. Je bent verantwoordelijk voor jezelf. Niet voor een ander. Het gaat niet om de gebeurtenis, maar hoe je ermee omgaat. In mijn geval? Sneller actie ondernemen. Voelen…en handelen. Had mij een hoop gepieker en energie bespaard.
Intolerantie. Hoe tolerant ben je zelf nu รจcht?
Tot de volgende keer.
Rory Blokzijl