Gek, het eerste wat er gebeurt bij het begin van de film. Het overvalt mij letterlijk. Gemis. Intens gemis. Vanaf het allereerste moment van de werkelijk prachtige documentaire van Sandra Beerends – โThey call me babuโ – lijkt het alsof mijn keel wordt dichtgeknepen. Het is overwhelming. Intens, overweldigend.
“Ze noemen me baboe”
Heeft het iets met mijn eigen familiegeschiedenis te maken? Is mijn moeder een baboe geweest? Nee. Maar de beelden. De ware en historische beelden. Zo prachtig gemonteerd in een bijzonder verhaal. Het emotionele relaas. Het verhaal. Van Alima. Van een baboe. Raakt mij.
Het gemis overvalt mij
Het gemis van Alima. De woorden die ze met regelmaat tot haar moeder richt. De sfeer. Indonesiรซ. De mensen. De cultuur. Het komt zรณ binnen. Is het omdat ik ouder word? Omdat ik Indisch ben? Omdat mijn moeder vorig jaar is overleden? Waarschijnlijk wel. Het speelt allemaal mee. Het is een feit dat ik ademloos heb gekeken en geluisterd tijdens de premiรจre in EYE tijdens de IDFA. Naar dit meesterwerk van Sandra Beerends.
Van amper belangstelling naar hunkering
Het is eigenlijk net als met de Tong Tong Fair. Waar ik vroeger (toen het overigens nog Pasar Malam Besar heette) – als kind – er amper naar omkeek voel ik nu een intense behoefte om te gaan. Erbij te zijn. Alleen, maar ook juist met mijn dochtertje. Ik voel een sterke behoefte om de legacy van mijn moeder over te brengen. Te delen met mijn meisje. Deze film heeft hetzelfde effect op mij.
Gemis, waarom heb ik nooit doorgevraagd?
Kijkend naar de film besef ik dat ik vroeger veel te weinig heb gevraagd aan mijn Oma en Opa, aan mijn moeder. Over het leven zoals dat vroeger was. Voor hen. In Jakarta. Toen nog Djakarta. In hun wijk. Kemaroyan. Mama heeft weleens verteld over haar huis. Waar ze vroeger heeft gespeeld op het grote erf.
Hoe anders was het toen H. en ik daar waren en een eenvoudig wit huisje vonden, waarvan het erf er omheen helemaal vol stond met allerlei hutjes en aanbouwsels in een te drukke en volledig volgebouwde wijk in het centrum van Jakarta, met open riolen. Een tuin? Dat was het nauwelijks meer te noemen. Als je goed keek zag je nog wel dat de huizen en de wijk ooit statig moet zijn geweest, maar helemaal in de huidige tijd is dat best moeilijk voor te stellen.
Mijn dochtertje Mila en ik bij de Tong Tong Fair van 2019
Mijn gemis…
Gemis. Deze film doet mij denken aan het leven van mijn moeder. Waar ik eigenlijk zo weinig over weet. En waar ze bijna niets over heeft verteld. Waarom heb ik daar niet eerder en vaker naar gevraagd? Heb ik daar niet wat meer aandacht aan besteed? Want nu kan ik niets meer vragen. Oma en Opa zijn er niet meer. Mama ook niet. Mijn gevoel. Mijn gemis.
Mam, hoe was je leven vroeger eigenlijk?
Een emotie die mij vaak overvalt. Gemis. Wat trouwens altijd aanwezig is. Op de achtergrond en op bepaalde momenten, in specifieke situaties, ineens enorm op de voorgrond. Zoals nu. Bij alle beelden van ingetogen, bescheiden en lieve Indonesische meisjes. Denk ik aan haar. Denk ik aan jou. Mama, hoe was het leven voor jou vroeger? Als klein meisje? Was je blij en tevreden? Hoe zag het leven en de toekomst er destijds voor je uit. Wat waren je dromen?
De film van Sandra Beerends
Wat heb je meegemaakt met Opa en Oma? Toen al je jongere broertjes en zusjes er nog niet waren? Waarom gingen jullie naar Nederland? Hoe zijn jullie behandeld? De jongste zus van mama heeft mij wat documenten gestuurd. Die ik gek genoeg nog niet had gelezen. De film van Sandra heeft mij ertoe gezet om ze nu – vanavond, dezelfde avond als dat ik de film heb gezien – te lezen. Het geeft mij wat inzichten, maar niet over alles wat ik had willen weten.
Geschiedenis van een familie
Waar heb ik het dan over? De bootreis naar Nederland. De onvriendelijke ontvangst. Ergens in een pension in Hilversum. De manier waarop jullie vรณรณr het vertrek naar Nederland door de Indonesiรซrs zijn behandeld. Waarom jullie weg moesten. Keuzes die jullie als gezin hebben gemaakt. De krijgsgevangenschap van Opa. Hoe Oma zich staande heeft weten te houden. De onmenselijke dramaโs en traumaโs. Ik zal van niemand meer รฉcht kunnen horen hoe het in die tijd is geweest.
Liefhebbend, vol aandacht en bedachtzaam
Wat ik wel kan doen? Is de manier waarop mama. Zo liefhebbend en vol aandacht. Kleine maar heel bedachtzame dingetjes kon doen. Overnemen. Ik heb het bijvoorbeeld over de aandacht voor oudere mensen. Of voor mensen die het minder hadden dan zijzelf. De mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats. Ze vertelde mij eens dat ze in de stad altijd een rondje liep. Waar ze allerlei mensen een tasje met wat fruit gaf (“Vitamientjes zijn goed voor je“) en ook wat geld.
Sandra Beerends is aan het woord na afloop van de premiรจre van de film ‘They call me babu’
Jezelf compleet wegcijferen? Dat doe ik niet (meer)
Gemis. Ik mis haar zo. Zo lief hoe ze kon zijn voor anderen. Tegelijkertijd een valkuil. Want wat ik nรญet overneem? Het jezelf compleet wegcijferen. Het eerst aan anderen en dan aan jezelf denken. Het introverte. Het in jezelf naar binnen keren. De manier waarop je in het leven stond (“Rory, niet teveel over jezelf delen, dat kan altijd tegen je gebruikt worden“). Raad die ik eerst heb opgevolgd en later juist bewust heb genegeerd. Het paste niet meer bij mij.
Alles vanuit liefde
Maar weet je? Dit alles deed ze uit liefde. Voor mij. Voor anderen. Euh, was mama heilig? Hadden we nooit woorden? Was het altijd koek en ei? Zeker niet. Maar als er eens wat was. Waarvan ik dacht: โDit begrijpt ze nรณรณit!โ. Dan was ze er. Voor mij. Haar dochter. Begrip, en onvoorwaardelijke liefde. Je leest. Dit alles komt omhoog na het zien van de prachtige film van Sandra Beerends.
Of je nu wel of niet Indonesisch bloed in je hebt stromen. Het is een aanbevelenswaardige film. Met tranen in mijn ogen heb ik naar de beelden gekeken en naar de stem van Alima (Denise Aznam) geluisterd. Het is een stukje geschiedenis, over Nederland, Indonesiรซ, Japan en eigenlijk nog veel meer dan dat. Het is een levensverhaal, zoals dat voor velen gold.
Uit de schaduw
De geschiedenis van velen, van baboe’s (kindermeisjes) uit de schaduw halen. Een kunst die Sandra heel goed verstaat. Ze brengt als het ware een ode aan deze meisjes en vrouwen die zoveel moederliefde hebben gegeven. Aan kinderen die niet hun eigen kinderen waren. Wat mij ook van de film is bijgebleven is beeldmateriaal van een ruzie tussen een Europese man en een Indonesische baboe waarbij de man haar bespot door een aap te imiteren. Kwader kan je mij niet krijgen. Verschrikkelijk om te beseffen dat dit echt is gebeurd.
Lichter dan ik
Eigenlijk is dit meteen een bruggetje naar een van de mooiste boeken in tijden dat ik onlangs heb gelezen, namelijk het boek ‘Lichter dan ik’ van Dido Michielsen. Een debuutroman die mij eveneens enorm heeft geraakt. Omdat ik zelf Indisch ben? Maar geen van de nadelen heb ondervonden waar in dit boek over wordt verteld? Ook een aparte blogpost waard. Die er waarschijnlijk ook wel gaat komen. Want ligt het eraan dat ik ouder word? Ik krijg steeds meer belangstelling voor mijn ‘heritage‘, mijn cultuur. Waar kom ik vandaan en waarom voel ik mij soms zoals ik mij voel? As we speak denk ik serieus na over een familieopstelling. Iets waar ik tot nu toe nog teveel tegenop heb gezien.
Afijn, je leest en begrijpt waarschijnlijk. Deze film is een enorme aanrader. Ga het zien!
Tot de volgende keer.
Rory Blokzijl
Meer over Sandra Beerends en haar film ‘They call me babu’ lezen? Je kunt een heel mooi interview lezen in het Moesson magazine van november 2019ย Een prachtig magazine waar ik zelf – eindelijk – een abonnement op heb genomen. Aanrader!
Uitgelichte foto: vermoedelijk een van de eerste foto’s van mijn moeder. Met veel dank aan de jongste zus van mijn moeder