Even mama bellen. Een zin die meerdere malen in mij opkomt de laatste tijd. Eigenlijk altijd al, maar tot voor kort pakte ik dan ook daadwerkelijk de telefoon om te bellen. Dat kan nu niet meer. Destijds was het overigens ook altijd maar de vraag of ik mama aan de lijn kon krijgen. Want vaak was ze boodschappen aan het doen op de fiets. Van hot naar her fietsend voor de aanbiedingen. Mooie appels bij die en die supermarkt. Maar waren de grapefruits nu net weer goedkoper bij die andere winkel? Hop, daar ging ze weer.
Van alles en nog wat in de trolley
Los van al het fruit dat ze eens per twee weken naar ons meebracht in haar trolley, verstopte ze ook altijd een paar doosjes Colour Catcher-doekjes, watjes van een duur merk wat ze goedkoper had weten te kopen of bracht ze ander leuks of lekkers voor Mila en / of mij mee. Oh en natuurlijk de fysieke reclamefolders van een paar specifieke winkels. Huib vond het altijd zo grappig: we hebben een Nee/Ja-sticker op de deur. En dan toch nog de fysieke foldertjes lezen die mama meebracht. Maar dat was juist zo fijn.
Het geluid van je sleutel in de voordeur
Ik zal het zo missen mama. Het geluid van de wieltjes van je trolley als je aan kwam lopen. De sleutel in de voordeur. Het ritueel van de dag. De sloffen die je direct aan deed. Het hete water dat het enige was wat je wilde drinken, na lang aandringen mocht ik er stukjes verse gember in doen. Het lekkers dat ik nog maar af en toe kocht, omdat je niet meer zo veel wilde snoepen (maar eigenlijk vermoed ik dat je dat zei omdat je niet wilde dat Mila teveel zou snoepen).
Knapperige verse bolletjes van de bakker
De verse bolletjes van de รจchte bakker die je meebracht. Gekocht door papa of door jouzelf. In ieder geval altijd een knapperig muesli-bolletje van de bakker in Utrecht en twee andere zaden-/pitjes bolletjes. En voor Mila een ‘sterbolletje’ oftewel een lichtbruin kadetje waar ze zo van genoot en dat ze eigenlijk van ons nooit kreeg. Daar moet ik maar eens verandering in gaan aanbrengen.
Knutselmiddag? Ik ga het doen
Net zoals ik onlangs ben begonnen met wat ik Mila heb beloofd (had ik het jou in het ziekenhuis nu ook nog verteld of niet?). Namelijk dat ik eens per twee weken de knutselmiddag op woensdag overneem van jou. Dat ik dus met Mila ga knutselen, tekenen en spelen. Onlangs was een van de eerste keren. Het verdriet zat en zit hoog. In alles mis ik je zo enorm.
Even mama bellen
Het meeste mis ik natuurlijk je fysieke aanwezigheid. De vanzelfsprekendheid waarmee je er altijd voor mij was. Een vraag over hoe ik een bepaald gerecht moest maken? Of was er ineens een event en had ik oppas voor Mila nodig? Even mama bellen. Zit ik ergens mee? Even mama bellen. Terug gereden vanaf Utrecht naar huis? Even mama bellen dat ik veilig ben aangekomen. Maar ik kan je nu niet meer bellen mama. En dat doet zo’n pijn. Heel veel pijn.
“Niet te lang verdriet hebben”
Je hebt mij gezegd om niet te lang verdriet te hebben. Maar zo gemakkelijk is dat niet. Na het zorgen en vervolgens het regelen was het ineens daar. Dat ding. De ervaring. De gebeurtenis waar iedereen het over heeft. Het ‘gat’ dat zomaar is ontstaan. En waar je vol in valt. Want de adrenaline van ‘doen’ is weg. Je komt in een enorme leegte die jij hebt achtergelaten met je vertrek uit deze wereld.
Je bent er altijd
Ik zei het al eerder. Je bent er altijd. Niet weg. Je bent diep in mijn hart. Altijd bij ons. In onze gedachten. Gevoelens. En in ons hart. Dat gevoel koester ik. Echt waar. Oprecht. Maar het gemis? Dat valt mij zo ontzettend zwaar…
Het zit ‘m in de randen van de dagen
Een opmerking die ik las in de column van Femke van der Laan in het Parool. Zo treffend. Waar zij steevast appjes en berichtjes kreeg op bijvoorbeeld feestdagen (dat het wel extra moeilijk voor haar zou zijn) gaf ze aan dat ze het gemis juist ervaart in de randen van de dagen. Zo kan ik een theezakje pakken en ineens denken aan dat ik die nog aan mama had willen laten proeven. Of denk ik ineens aan de dag dat ze op Mila zou passen in mei. Terwijl ze er al niet meer was…
Rouwen, intens verdriet hebben en toch door moeten en willen gaan met je leven. Zo makkelijk nog niet. Hoe ervaar jij verdriet?
Tot de volgende keer.
Rory Blokzijl