Tien jaar jonger? Dat is specifiek Rory, hoe kom je daar nu zo bij? Het kwam in mij op, vanochtend in de sportschool. Tijdens een pittige pilates-les. Voordat de les begint wordt er altijd behoorlijk gekletst door de vrouwen om mij heen. En zo viel ik middenin een verhaal over specifieke ervaringen, klachtjes en andere dingen. Alhoewel ik niet wilde luisteren, hoor je dan toch bepaalde dingen. Ik werd erdoor getriggerd. Een gedachte die ik vaker heb gehad, kwam weer bij mij op. Iets met tien jaar jonger (willen) zijn.
Elke fase heeft zijn kantelpunt
Tien jaar jonger zijn? Huh? Wat ik precies bedoel? Ken je dat gevoel, dat je – op je dertigste – weemoedig terugdenkt aan toen je rond de twintig was en keuzes moest maken voor je toekomst? “Welke vervolgopleiding kies ik. Waar wil ik gaan wonen. Is dit vriendje een ‘blijver’ of kijk ik nog even rond?” Op je dertigste heb je die keuzes – soms – al gemaakt en begint het terugdenken aan het kantelpunt. Dat is in ieder geval wat ik heb ervaren. Ik vond het oprecht ingewikkeld om dertig te worden. Om het gevoel te hebben dat de belangrijkste keuzes al gemaakt moesten zijn. Terwijl dat natuurlijk nog helemaal niet zo was.
Ongeveertig (en wíl ik eigenlijk wel tien jaar jonger zijn?)
En ineens zijn er zomaar weer tien jaar voorbij en nadert je veertigste verjaardag. Waar ik toch echt serieus moeite had met ’30’ had ik dat gek genoeg met veertig worden veel minder. Je bent al een pad ingeslagen voor of rond je veertigste. Natuurlijk, ik geloof in ‘everything is possible’ dus ook in de gedachte dat je iedere dag je leven weer kunt veranderen. Maar ik heb het over het gevoel zoals ik dat destijds heb ervaren. Ik vond het grappig om te merken dat ik – op mijn veertigste – mijzelf veel zekerder voelde dan daarvoor. Toen ik rond de dertig was? Onzekerheid was troef. Over mijn job. Mijn uiterlijk. Mijn lijf. Ik zag toen gewoon niet hoe ‘mooi’ ik was (ja sorry hoor. Foto’s terugkijkend vind ik dat gewoon. Moet ook kunnen vind ik, om dat te kunnen zien, erkennen en uit te spreken).
Ik blijf stug een veertigplusser (of is het nu inmiddels toch een vijftigminner)
Nu ik langzaam aan richting de vijftig ga (al noem ik mij nog steeds veertigplus en heeft de husband daar al eens een opmerking over gemaakt: “Eigenlijk ben je meer een vijftig-minner“) kijk ik weer terug naar tien jaar geleden en realiseer ik mij ineens wat ontzettend veel mogelijkheden ik toen nog had. Ook al zag ik dat destijds helemaal niet. Daarentegen kwam ik net uit een heftige burn-out. Was ik aan het opkrabbelen. Aan het loslaten (en afscheid aan het nemen van een grote droom, namelijk het krijgen van een kind). En ineens, toen ik heel anders met het leven omging – veel minder verkrampt en veel meer in mijn gevoel – was daar een nieuw kantelpunt en bleek ik gewoon spontaan zwanger van ons eerste (en enige) kindje.
Zou ik tien jaar jonger willen zijn?
Resumerend kijk ik met dankbaarheid terug naar hoe mijn leven destijds is gelopen. De diepe dalen – die ik heb gekend – hebben ook een functie gehad. Zonder de spreekwoordelijke dipjes kan je de mooie momenten ook minder goed waarderen. Dat denk ik echt. Zou ik nu nog tien jaar jonger willen zijn? Tja, als ik kijk naar uiterlijke zaken (“Wat was mijn huid daar mooi. Ik was slank. Wat een volle bos haar“) dan zou dat best leuk zijn. Kijkend naar levensgebeurtenissen? Dan vind ik dat wat ingewikkeld. Ik heb natuurlijk hele mooie dingen mogen meemaken in de afgelopen tien jaar. Met als meest prachtige, dierbare en dankbare moment het zwanger mogen worden en zijn van ons eerste en enige wondertje. Bevallen. De eerste jaren met een kleine baby.
Maar mama is er niet meer
Toch is er natuurlijk – vorig jaar – een hele nare, intens verdrietige gebeurtenis geweest. Is mijn moeder ineens weggevallen. En ben ik geen kind meer. Dat valt bij mij niet onder een diep dal, maar onder een van de meest ingrijpende veranderingen in je leven. Tien jaar terug was ze er nog. En als ik tien jaar jonger zou zijn – dan zou ik alles weer opnieuw kunnen beleven. Maar zou ik het dan ‘anders’ hebben gedaan? Meer hebben genoten van wat er was? Ik denk het niet. Zeker niet zonder de kennis van nu.
Iedereen heeft een levenspad
Ik geloof in dat het levenspad je brengt waar je moet zijn. Soms moet je dan een pas op de plaats nemen. Dan weer een stap terug. Altijd kijkend naar de weg voor je. Vertrouwen hebben in dat wat op je pad komt. Klinkt zweverig, maar is het eigenlijk niet. Het heeft te maken met loslaten (niet verkrampt de touwtjes in handen blijven houden) en accepteren. En ook verdriet hoort daar onlosmakelijk bij. Je kan het – helaas – niet vermijden. Ook al zou je dat willen. Verdriet naast mooie momenten. Het klinkt raar, maar het kan naast elkaar bestaan.
Houden van
Begrijp mij niet verkeerd. Ik ben er nog lang niet. Het accepteren, daadwerkelijk accepteren dat mijn moeder er niet meer is en niet meer terugkomt? Nee, zover ben ik niet. Nu het bijna een jaar geleden dat ze is overleden is voel ik opnieuw de paniek opkomen. Maar in plaats van het weg te drukken probeer ik het juist volledig te ervaren, te voelen. Het er te laten zijn. Ik denk dat het goed is voor mijzelf (je hebt nu eenmaal heel veel van iemand gehouden, dus het is helemaal niet gek dat je verdriet hebt) en ook voor mijn dochtertje. Hiermee laat ik zien dat ik ontzettend heb gehouden van mama (en blijf houden) en dat ze nooit uit mijn gedachten, maar belangrijker nog, uit mijn hart zal zijn…
Herken jij het terugblikken naar vorige fases? En zou jij tien jaar jonger willen zijn?
Tot de volgende keer.
Rory Blokzijl
De waanzinnig mooie yogamat op de foto is van Aqua-Licious en heb ik gekregen. De komende tijd zal ik de yogamat uitproberen tijdens mijn (hot) yogalessen